Een EPC is een certificaat dat de energieprestaties van een gebouw weergeeft, waarbij EPC staat voor energieprestatiecertificaat. Het certificaat geeft inzicht in de mate van energiezuinigheid van een residentiële eenheid, zoals een woning, appartement of collectief woongebouw, bijvoorbeeld een studentenhuis. Het doel van het EPC is om potentiële kopers of huurders te informeren over de energiezuinigheid van een gebouw. Daarnaast kan het EPC nodig zijn om aan te tonen dat u in aanmerking komt voor bepaalde subsidies of om aan te geven dat uw woning of appartement voldoende gerenoveerd is.

Bij het te koop of te huur aanbieden van een woning, appartement, studio, enz., is een Energieprestatiecertificaat (EPC) vereist. Dit geldt vanaf 1 april 2022 ook, als u verkoopt zonder enige vorm van publicatie.

​

• Sinds 2022 kunnen alleen EPC’s die na 2019 zijn opgesteld, worden gebruikt bij verkoop. Het nieuwe EPC moet al aanwezig zijn op het moment van verkoop.
   

• Vanaf 1 mei 2023 is een EPC vereist bij alle vormen van notariële overdracht in volle eigendom.
   

• Als u binnen 5 jaar een woning met een slechte energieprestatie renoveert, komt u mogelijk in aanmerking voor een EPC-labelpremie en/of renovatiekrediet met rentesubsidie. Dit geldt voor energierenovaties na aankoop. U moet telkens de slechte of verbeterde energieprestatie aantonen met een EPC.
   

• Vanaf 2023 geldt er na aankoop of andere vormen van overdracht een renovatieverplichting voor gebouwen met een slechte energieprestatie. Alle woningen en appartementen die vanaf 2023 zijn aangekocht met een EPC-label E of F, moeten binnen 5 jaar na aankoop verplicht worden gerenoveerd naar label D of beter. U moet een EPC laten opstellen om de renovatie te kunnen aantonen.
   

• Vanaf 1 oktober 2022 zijn de huurprijzen van de meest energieverslindende woningen bevroren, voor een periode van 1 jaar. Er mag geen indexering plaatsvinden voor woningen met een EPC-label E of F, of voor woningen zonder EPC-attest. Voor woningen met een EPC-label D wordt de indexatie beperkt tot 50%

Het EPC-attest moet opgemaakt worden door een energiedeskundige type A. Deze energiedeskundige doet de nodige vaststellingen tijdens een plaatsbezoek met grote aandacht voor isolatiematerialen, ramen, verwarmingsinstallatie, koeling, warm water, ventilatie, enz.

Als er geen plannen beschikbaar zijn, worden de gevels, daken, deuren, ramen en vloeroppervlaktes opgemeten om een correct beeld te krijgen van de woning. Alle gegevens worden ingegeven in een softwareprogramma van de overheid, enkel ingaves op basis van bewijsstukken of waarnemingen tijdens het bezoek worden aanvaard.

De energiedeskundige maakt ook gebruik van bewijsstukken, dit zijn documenten van de eigenaar die de aanwezigheid van isolatie, materialen of toestellen aantonen. Op de aanstiplijst staat welke documenten de eigenaar aan de energiedeskundige bezorgt.

1. Verzamelen ‘bewijsmateriaal’ isolatie e.d.

De energiedeskundige zal tijdens een huisbezoek informatie verzamelen over de toestand van uw woning. Een hele reeks factoren kan eenvoudig vastgesteld worden: type ramen, isolatie van warmwaterbuizen, aanwezigheid van thermostatische kranen… Anderzijds zijn er ook een aantal factoren die een belangrijke invloed kunnen hebben op het kengetal, maar die de deskundige niet simpelweg kan zien of afleiden. In dat geval kan het in uw voordeel zijn om bewijsstukken voor te kunnen leggen. Bij twijfel is de deskundige immers genoodzaakt om de minst gunstige situatie in de software in te geven, wat resulteert in een slechter kengetal. Wat mag de deskundige gebruiken als bewijsmateriaal?
– Een bestaande EPB-aangifte
– Een bestaand energieprestatiecertificaat (EPC-attest)
– Plannen: vergunningsaanvragen, uitvoeringsplannen of -details
– Subsidieaanvragen bij de Vlaamse overheid (bijvoorbeeld renovatiepremie)
– Facturen op het betreffende adres met info over materialen of installaties
– Werfverslagen, post-interventiedossier of vorderingsstaten met info over materialen of installaties
– Lastenboeken
– Chronologie van foto’s van het bouwproces

2. Isolatie leidingen verwarming buiten beschermd volume

Het beschermd volume van een woning is het gedeelte van de woning dat verwarmd wordt. De deskundige beschikt over een protocol om het beschermd volume precies te bepalen, maar met de voorgaande definitie kom je ook al een heel eind. Het spreekt voor zich dat een verwarmingsketel buiten het beschermd volume (bijvoorbeeld een niet-afgewerkte kelder) minder gunstig is voor het kengetal, aangezien de warmte die uit de ketel ontsnapt niet bijdraagt aan de verwarming van de woning. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor de leidingen die de ketel verbinden met het beschermd volume. Het isoleren van deze leidingen is erg gemakkelijk en relatief goedkoop, en resulteert in een gemakkelijke winst in het kengetal van uw EPC. Leidingen binnen het beschermd volume dienen niet geïsoleerd te worden, aangezien zij hun warmte ook afgeven binnen het beschermd volume dat sowieso verwarmd dient te worden.

3. Thermostatische kranen
Thermostatische radiatorkranen kunnen relatief eenvoudig geplaatst worden, verhogen het comfort en gebruiksgemak van uw verwarmingsinstallatie én zorgen voor een beter kengetal op het EPC. De aanwezigheid van thermostatische kranen kan het kengetal van uw EPC al snel 10 a 20 punten naar beneden helpen, afhankelijk van de uitgangswaarde. Interessant is ook dat er voor de berekening rekening wordt gehouden met de verhouding thermostatische kranen tegenover gewone kranen. Dat betekent dat minstens de helft van de kranen thermostatisch dienen te zijn voor een gunstige waarde.

4. Vervanging CV condenserende ketel 
De vervanging van een oude verwarmingsinstallatie door een condenserende (gas)ketel met HR-top label vergt enige inspanning, zowel structureel als financieel. Ook dit kan echter leiden tot een aanzienlijke verbetering van uw kengetal. Hou ouder de originele ketel is, hoe groter de verbetering wordt. Verder zijn er bij het plaatsen van een nieuwe ketel nog enkele factoren die een positieve invloed hebben op het kengetal. Een glijdende keteltemperatuur is beter dan een vaste keteltemperatuur. De aanwezigheid van een regeling op de circulatiepomp, evenals de aanwezigheid van een buitenvoeler voor de sturing van de keteltemperatuur, leiden tot betere kengetallen.